Image Map

vrijdag 21 maart 2014

Een dag uit de stage van Demi


Afgelopen week was het dan zover. Ik zou een hele dag meelopen met de klas waar ik iedere week een uurtje les aan mag geven. Het eerste uur kwam bij de desbetreffende lerares nog niet zo goed uit, dus het tweede lesuur stond ik klaar in het gymlokaal. Ready to sport! Althans dat was eigenlijk niet mijn insteek. Ik zou de klas gaan observeren. Kijken hoe de leerlingen zich zoal gedroegen bij andere leraren en voor mezelf een duidelijk beeld zien te creeëren waarom ze zich bij mij misschien wel anders gedroegen als bij andere leraren. Lang heb ik echter niet aan de kant gezeten. Die dag stond acrogym op de planning samen met badminton. Deze juf zou wel eens laten zien hoe goed ze in badminton was!

Ik besloot samen met een 13 jarig jongetje uit mijn klas als een team te sparren tegen twee andere jongens uit de klas. Zo'n 10 minuten later voelde ik toch een gevoel van schaamte opkomen. Ik had nog geen shuttle geraakt en ik hielp ons team de afgrond in! Vol schaamte bood ik dan ook mijn excuses aan aan mijn teamgenootje. 'Ik zei toch dat je niet met mij in een team moest gaan, nu verliezen we omdat de juf er niks van bakt' Waarop het jongetje me met een goed bedoelde glimlach vertelde dat dat hem heus niet uitmaakte, want ik deed in ieder geval mijn best!

Na het volgen van nog een aantal interessante uren en het geven van mijn eigen les aardrijkskunde, was het tijd voor het laatste lesuur van de dag 'techniek'. De kinderen gingen aan de slag met het maken van een kattapult en ik, zo a-technisch als ik ben, stond erbij en keek ernaar. Om me toch een beetje nuttig te maken, besloot ik alle groepjes even langs te gaan en de tijd te nemen om eens een leuk gesprekje met ze aan te knopen. Wat was het leuk om te zien dat de kinderen al zo open en eerlijk tegen me waren!

Na enige tijd kwam ik met een groepje leerlingen in gesprek over het onderwerp 'Magister'. Vol enthousiasme vertelde ik hen wat ik van de nieuwe magister app vond, want ja die is natuurlijk zo ontzettend handig. Nu weet je altijd wanneer je in welk lokaal moet zijn en wat je huiswerk voor welke les is. Ideaal! Waarop de leerlingen reageerden met: 'Ja dat is inderdaad heel erg fijn, maar juf dat bestond in uw tijd toch nog helemaal niet?' Plots voelde ik me ontzettend oud en als een soort natuurlijke respons vroeg ik: 'In mijn tijd? Hoe oud denken jullie dat ik ben?' Waarop de leerlingen weer reageerden met: 'Oh dat weten we niet precies, zo rond de 25?' Spontaan schoot ik in de lach. Ik was 18 jarige puber, werd verward met een volwassen vrouw van 25. Uiteindelijk heb ik de leerlingen maar eerlijk verteld dat ze er toch wat jaartjes naast zaten en dat ik pas 18 jaar oud was. Een behoorlijk risicovolle stap als je het mij vraagt, want je autoriteit kan met zo'n zet binnen nog geen seconde staan of vallen. In mijn geval kreeg ik het volgende antwoord: '18 pas? Wow wat ontzettend cool!'

Het was overduidelijk een leuke dag

donderdag 20 maart 2014

Hoogbegaafd: een zegen of een ramp?

In het AD van dinsdag 18 maart vond ik een uitgebreid artikel, geschreven door Rianne Heus over wel een heel bijzonder kind. Namelijk Duuk Niemandsverdriet. Het negenjarige jongetje wie dit jaar een uitslag van maar liefst 550 punten voor zijn Cito haalde en daarmee samen met nog een ander wonderkind uit Eindhoven het hoogste scoorde van het gehele land! Maar wat maakt Duuk dan nog zoveel maal interessanter dan die andere bolleboos waar al eerder over werd geschreven? Zijn leeftijd natuurlijk!

Waar de meeste kinderen normaliter zo rond de leeftijd van 11/12 jaar de stap nemen om naar de middelbare school te gaan, neemt de negenjarige Duuk die stap al zo'n 3 jaar eerder. Hij is namelijk hoogbegaafd! Groep 1 en 2 heeft hij in zo'n 1,5 jaar gedaan en toen hij eenmaal in groep 5 zat, stapte hij over naar groep 7. Daar, bij zijn mentale leeftijdsgenootjes, voelde hij zich namelijk een stuk beter thuis en vond hij tenminste weer wat uitdaging in de lesstof. Nu, een jaar later, is hij klaar om de brugklas te betreden.

Duuk zelf kijkt hier echt naar uit, maar zijn moeder heeft er zo haar twijfels over. Ze maakt zich namelijk best wel zorgen om het leeftijdsverschil dat hij zal hebben met zijn klasgenootjes. Zou hij wel vrienden maken en er bij horen straks? En dat is dan ook precies wat mij zo aan het denken heeft gezet. Ongetwijfeld zal het voor Duuk goed zijn om les te volgen op een niveau wat bij zijn denken past en overstappen van groep 5 naar groep 7, daar sta ik ook nog wel achter. Maar met je negen jaar al naar de brugklas van het voortgezet onderwijs toegaan? Is dat niet een ietswat grote stap?

Mocht Duuk naar het gymnasium gaan, zoals natuurlijk verwacht, en als alles soepel verloopt, dan is hij 15 wanneer hij zijn diploma zou behalen en voor een vervolgopleiding moet kiezen. Hoe kan men zoiets nou verwachten van een jongen die de puberteit pas net betreed? Zoveel zelfstandigheid kan zo'n jongen, hoogbegaafd of niet, toch helemaal niet aan? Mij lijkt het in ieder geval een onverstandige beslissing.

woensdag 19 maart 2014

Bouwsteen 3: De puber in de groep

In het boek 'Het puberbrein binnestebuiten' kwam in een bepaald hoofdstuk naar voren door welke contacten pubers zich zoal laten beinvloeden. Hierbij speelden niet alleen familie en vrienden blijkbaar een grote rol, maar ook kenissen en andere leeftijdsgenoten. Waarbij vooral die laatste groep voor mij zo interessant lijkt. Ik ben zelf een blogger en weet er dus alles van om oppervlakkig contact te hebben met mensen via het internet die je eigenlijk niet of amper kent. Ook weet ik hoe goed het kan voelen om een complimentje te krijgen of leuk gevonden te worden door mensen van je eigen leeftijd, die niet eens zo dichtbij je staan. En natuurlijk hoe het voelt om af en toe een steek onderwater te krijgen, het gevoel te hebben dat je helemaal niet zo leuk bent en er al helemaal niet bij hoort.

Het zijn tegenwoordig niet meer die 10 familieleden op facebook waarvan je wilt dat ze jouw status liken. En nee, ook die 10 vriendinnen die je foto leuk vinden doen er eigenlijk niet meer zodanig toe. Dat zij jouw status en foto's liken dat is gewoon normaal. Nee, wat tegenwoordig veel belangrijker is voor de jeugd is dat er van die overige 400 oppervlakkige kennissen ook zo'n 30 mensen interesse tonen in wat jij op dat moment aan het doen bent. 

Je voelt hem al aankomen. Termen als 'socialbesitas' en 'fomo' vliegen zo direct de toonbank over als warme broodjes. Maar zonder enige vorm van gekkigheid, daar zit wel een kern van waarheid in. Waar pubers vroeger enkel de druk voelden om in de smaak te vallen bij hun leeftijdsgenoten op het schoolplein, voelen zij nu constant die druk om er bij te horen. Door bijvoorbeeld het plaatsen van een leuke selfie op instagram of een inspirerende quote op twitter. Kan het dan niet allemaal gewoon wat minder? Nee, want als je niet mee doet aan de hype, tja dan val je natuurlijk automatisch uit de boot. Althans, zo werkt het in de ogen van de pubers. 

Konden zij zich maar realiseren dat er veel meer tot de wereld behoort dan enkel het plaatsen van die coole selfie op instagram of die inspirerende quote op twitter!

maandag 17 maart 2014

Bouwsteen 2: 'De klas'

Wij, als beginnende leraren, hebben natuurlijk allemaal zo ons eigen beeld van wat nu eigenlijk een 'goede leraar' is. Zo heeft dus ook iedereen voor zichzelf een idee van wat 'effectief lerarengedrag' inhoudt. Mijn eigen beeld van wat 'effectief lerarengedrag' inhoudt, kwam in dit geval vrijwel helemaal overheen met wat het boek 'Het puberbrein binnenstebuiten' aangaf over het onderwerp. Het lezen van het hoofdstuk was voor mij dan ook geen echte eyeopener, maar meer een soort van reminder. Als leraar moet je bijvoorbeeld structuur aanbieden voor de leerlingen, een veilige thuishaven bieden, individuele aandacht verstrekken en oprechte interesse tonen in het leven van je leerlingen. Want wat willen ze nu eigenlijk met hun toekomst? Hebben ze al enigszin een beroepsbeeld? En hoe kan jij ze daarbij helpen?

Dit zijn natuurlijk allemaal aspecten die in je stage naar voren komen. Bij bijvoorbeeld het volgen van een mentorles, maar ook bij het volgen van een doorsnee aardrijkskunde les. Van het kleine praatje dat je met een leerling maakt bij aanvang de les over het weekend tot het gesprek dat je voert met een leerling die net verplaatst is naar jouw klas, omdat het in de andere klas simpelweg niet helemaal soepel verliep.

Van nature ben ik vrij spontaan en sociaal. Een van mijn pluspunten is volgens mijn stagebegeleider dan ook de natuurlijke interactie die ik vanaf het begin af aan al heb met een klas. Dit gaat als het ware vanzelf. Met een gesprekje voeren heb ik dus geen enkel probleem. Wat ik echter wel moeilijk vind, is wanneer dat gesprek ineens serieus wordt en het onderwerp waarover gesproken moet worden de serieuze kant op gaat.
Hoewel ik nu pas in mijn eerstejaar van de lerarenopleiding zit en ook pas mijn eerste stage volg, denk ik nu al na over het wel of niet worden van een mentor in de toekomst. Ik wil leerlingen namelijk wel heel erg graag helpen, maar weet niet altijd hoe ik dat op de beste manier kan doen. Soms heb ik het in het dagelijks leven het idee dat mijn woorden er op dat soort momenten ongemakkelijk en alsof ingestudeerd uitkomen. Niet oprecht en gemeend. Puur omdat ik zo bang ben om iets verkeerds te zeggen. Dat is dus zeker nog iets waar ik de komende jaren aan wil gaan werken!

zondag 16 maart 2014

Bouwsteen 1 'De puber'

Nog voor ik het boek ‘Het puberbrein binnenstebuiten’ open had geslagen, was ik er van overtuigd dat ik zelf geen puber meer was. Want uhm hallo, ik ben toch 18 en volwassen? Ik kan toch prima mijn eigen keuzes maken en goede beslissingen nemen. Ik kan plannen en organiseren en  erken de gevolgen van mijn acties. Na het lezen van het boek, kwam ik er echter achter dat ik officieel nog wel een puber ben! Een puber ben je namelijk tot je 25ste levensjaar. Waarom? Omdat tot je 25ste levensjaar je hersenen zichzelf blijven ontwikkelen. Met hier en daar wat remmingen van alcohol natuurlijk. Want wat ik ook geleerd heb van dit hoofdstuk is dat alcohol dit natuurlijke proces verzwakt.

Wat ik zelf heel erg interessant vond, was dat pubers blijkbaar heel veel behoefte hebben aan de nodige structuur in hun leven. Zowel thuis als op school. Dit had ik totaal niet verwacht, want zoals het boek in eerste instantie al vermeldde, zijn we op dit moment er met zijn alle behoorlijk van overtuigd dat we de puber de ruimte moeten geven om zelfstandig te leren. Dit wordt ook wel het ‘Nieuwe leren’ genoemd. Achteraf zie ik dit eigenlijk wel heel erg terug in mijn stage. Gedurende mijn stage heb ik namelijk een aantal aardrijkskunde leraren mogen volgen. Waarvan één leraar heel veel structuur aanbiedt binnen het klaslokaal en één leraar juist heel erg de nadruk legt op de zelfstandigheid van de leerlingen. Die laatste leraar houdt de touwtjes wat minder strak en maakt meer gebruik van het spontane en onverwachtse. Iets waarvan ik dacht, dat de leerlingen het wel konden waarderen. Na het maken van een praatje met een aantal leerlingen bleek dit echter helemaal niet het geval te zijn. Nee, juist die leraar die hen zoveel structuur bood en de lijntjes zo strak hield, die was geliefd! Waarom? Omdat de leerlingen op deze manier weten wat er van ze verwacht wordt, wanneer het van ze verwacht wordt en bovenal waarom het van ze verwacht wordt!

Wat me ook gelijk aan het denken heeft gezet over wat voor leraar ik eigenlijk zelf zou willen zijn. Aan het begin van mijn stage riep ik nog zo hard dat ik graag een leraar wilde zijn die niet constant structuur bood en streng was. Nee ik wilde juist die leuke vlotte docent zijn. Je weet wel, zo’n docent die leerlingen naar de radio laat luisteren wanneer zij huiswerk aan het maken zijn in de les. Veel structuur en het zijn van een vlotte docent waren in mijn ogen twee begrippen die niet samen door een deur konden. Nu bekijk ik deze twee begrippen vanuit een heel ander perspectief. Gedurende mijn stage heb ik gezien dat je ook als strenge docent juist heel erg gewaardeerd kan worden. Bovendien heb ik geleerd dat het bieden van structuur heus wel samen kan gaan met het zijn van een moderne docent die weer die muziek aanzet tijdens het huiswerk. Zolang de leerlingen maar weten welk gedrag van hen verwacht wordt.

De stapjes richting het proberen te worden van een structurele docent heb ik inmiddels al genomen. In mijn lessen probeer ik de leerlingen zoveel mogelijk bewust te maken van wat ik nu eigenlijk precies van ze verwacht en waarom ik dat van ze verwacht. Tot nu toe heeft me dat nog geen gezucht en/of gesteun opgeleverd. Maar goed, of de leerlingen me nu nog wel zo’n vlotte docent vinden, daar kom ik bij het lezen van de enquête antwoorden wel achter.

Gebruikte bron: 'Het puberbrein binnenstebuiten' van Huub Nelis en Yvonne van Sark


dinsdag 25 februari 2014

Lerarenopleiding sluit niet genoeg aan op praktijk? Onzin!

Minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker (Onderwijs) willen een betere start voor de beginnende leraar en trekken daarom ruim €80 miljoen euro uit om beginnende leraren beter voor te bereiden op hun werk voor de klas. Volgens onderzoek verlaat namelijk een kwart van de beginnende leraren het onderwijs binnen de eerste vijf jaar van hun nieuwe baan. Dat kan ik op zich wel begrijpen en heb ik ook al vaker gehoord. Niet alleen van ministers en staatssecretarissen, die er heus wel verstand van zullen hebben, maar ook van mijn eigen leraren en stagebegeleiders. Maar of de reden die minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker aanhalen juist is? Dat weet ik nog net zo niet. 

Volgens de minister en staatssecretaris zou de inhoud van de lerarenopleidingen en de pabo namelijk niet voldoende aansluiten en/of voorbereiden op de praktijk. Terwijl ik, als eerstejaars aardrijkskunde flot student, juist het gevoel heb dat de lerarenopleiding je als geen ander voorbereid op de beroepspraktijk. Noem nog maar eens een paar opleidingen die je in het eerste jaar al 20 weken stage laten lopen. Die zijn er niet zo veel. 
Wat een veel grotere rol speelt in het process dat beginnende leraren zo snel weer het onderwijs verlaten is naar mijn idee het simpelweg verkeerd hebben gekozen van een opleiding en beroep. Dit sluit ook aan bij het hele gedachtegoed achter de puber. Fouten maken kan en mag. Bij het kiezen van een vervolg opleiding ben je immers nog een puber, je bent jezelf en de wereld nog volop aan het ontdekken en verkennen. Een keuze maken die de rest van je toekomst bepaalt? Hoe kan die in hemelsnaam goed gaan!?


maandag 17 februari 2014

De internetschaduw van een kind

In de BN de Stem van woensdag 12 februari las ik een interessant artikel getiteld 'Zet niet te veel over je kind op Facebook'. Meteen deed me dit terugdenken aan de workshop die we pas geleden moesten volgen over social media. Tijdens deze workshop sprak de begeleidende docent zich ook al uit over het feit dat veel kinderen tegenwoordig al voor hun 10de levensjaar een internetschaduw hebben waar zij vaak zelf niets van weten of niets aan kunnen doen. Want zeg nu eerlijk, als je gedurende je 6de levensjaar flink zit te genieten van een chocolade ijsje waarvan meer dan de helft niet in je mond eindigd maar ernaast, denk je er niet bij na of dat kiekje dat je moeder van jou schiet op het internet terecht komt.

En dat is nog maar een onschuldig voorbeeld. Want wat nou als je vader of moeder iets over jou op facebook zet wat veel verder gaat dan het simpelweg eten van een chocolade ijsje. 'Wie heeft er in zijn jeugd nu niet iets gedaan waar hij liever niet aan herinnerd word?' vraagt de Bruyckere retorisch. Retorisch, omdat dat antwoord nogal voor de hand ligt. Iedereen doet in zijn of haar leven wel eens iets waarvan je achter af spijt krijgt.

Dan zou het toch fijn zijn als je zoiets zou kunnen vergeten en dat het niet terugduikt op internet iedere keer als je je eigen voor en achternaam in de google search bar invult. Kinderen hebben recht op vergeten.